Alles op je lever

Details van dit toneelstuk

Theatertekst met drie personages. BEN: Ik stond elke dag op. Elke dag om half zeven, om vijf over half zeven haalde ik een washand over mijn gezicht. Ik poetste mijn tanden. Ik pakte mijn koffer en ging. Ik stapte op de tram van vier over half acht. Om een over half acht reed de tram weg. Ik stond tussen de mensen. Ik keek kwaad, want iedereen keek kwaad. VINCENT: Ik weet het. Sorry. BEN: Om elf over acht kwam ik aan. Op een perron. Ik zag duizenden mensen zonder ze aan te kijken. Ik stootte er tegenaan. Ik werd boos. Om half negen stond ik voor de deur. Ik haalde mijn pasje door de gleuf. En ging naar mijn kantoor. VINCENT: Maar dat wilden we toch? BEN: Het gaat niet goed als je `s ochtends tegen niemand glimlacht. Het gaat niet goed