Dolle Mina's

Details van dit toneelstuk

DOLLE MINA'S 12669 Klucht, door Mevrouw Hoekstra-Kloosterhuis, 4 dames en 5 heren Een echt lachstuk, waarin de draak gestoken wordt met twee "overschotjes". Ze heten Doetje en Soetje. Ze hebben altijd heel zuinigjes geleefd zeg maar: krenterig op een achteraf gelegen boerderijtje, waar zij volkomen vervreemdden van de wereld. Een radio kon er niet af, zelfs geen krantje of ook maar een dagje uit. Zolang zij maar geen cent hoefden uit te geven, voelden zij zich gelukkig. Maar plotseling keert het tij. Een erfenis gooit hen een kapitale boerderij in de schoot. Een boerderij met "man"-volk! Nog nooit heeft een man naar hen omgekeken, maar nu zij "madame-de-boerin" zijn, voelen zij hun kansen. Een jolig student, vakantiehulp op de boerderij, ruikt de smeulende vuurtjes en is best bereid ze een beetje op te stoken. Hij vertelt ze van de Dolle Mina's en hoe die in deze moderne tijd een man aan de haak slaan. En Doetje en Soetje, de pinnige tutjes, worden Dolle Mina's. Het publiek komt natuurlijk onder de bank van het bulderen. Alles wordt sterk overdreven. Doetje en Soetje worden karikaturen. Het manvolk behoudt echter zijn nuchtere verstand en geeft ze een geducht lesje. Ze krijgen tenslotte de deksel op de neus. Sneu voor die twee rare parkietjes, maar wel een bevredigend einde van dit hippe toneelfestijn. Een kassucces!