Een grandioze catastrofe

Details van dit toneelstuk

De gewetenloze leider van een vestiging van de boerenbond, verkoopt in het geniep voor eigen rekening én tegen woekerprijzen, diverse onkruidbestrijdingsmiddelen, die al lang op de verboden lijst staan. Zijn beheerder is hiervan op de hoogte en laat de rommel al sinds maanden verdwijnen en vult de akelige doodskopflessen met onschuldig appelsap. Niet wetend echter, waar hij met het giftig spul blijven moet, laat hij het in verdwijnen in de pletwals die door de boeren regelmatig geleend wordt om gras- en akkerland te pletten. De catastrofe begint als Truida, een niet al te snuggere hulp op de boerderij, de pletwals voor haar baas leent en laat leeglopen in een kweekvijver waarin 1478 edelkarpers zitten.