Hotel "de kunst"

Details van dit toneelstuk

In het plattelandshotelletje "de Kunst" komen de weekendgasten Charlotte en Keetje aan. Ze ontmoeten twee andere dames die daar ook logeren en babbelen over wederzijdse hobby's. Als blijkt dat Keetje schildert, willen de andere dames een schilderij van haar zien. Ze heeft alleen een doek dat nog beschilderd moet worden, maar niettemin hangen ze het, op voorstel van de hotelier, voor de grap aan de muur. Dan komt er het oplichterspaar Paul en Elsa binnen, dat in het 'schilderij' een grote meester meent te herkennen. Paul wil het doek onmiddellijk kopen, ondanks aanvankelijk protest van Keetje. Als het doek tenslotte verkocht, verzekerd en in de kluis geborgen is en de kopers vertrokken zijn, krijgt Kee spijt en bedenkt plannen om het doek terug te krijgen. De dames denken mee en overmoedig geworden door de vele glaasjes wijn besluiten ze samen een overval op de hotelkluis te ensceneren. Nog voor depseudo-overval vindt er echter een echte overval plaats, waarbij de totale kluisinhoud ontvreemd wordt. Paniek alom!