Je doet maar ... Schat

Details van dit toneelstuk

Het stuk speelt in de dertiger jaren van de vorige eeuw, toen Indie nog van Holland was. De familie is kort geleden gerepatrieerd naar Holland. De kolonel is gepensioneerd, maar is en blijft een militair. Mevrouw kan Indie niet vergeten en hult zich nog in sarong. Dochter Tobi is in het verre land groot geworden en nu te oud geworden om hier nog een goede partij te vinden. Ze hebben een butler in dienst genomen, hoewel ze hem amper kunnen betalen. James, de butler, heeft ange tijd geen baantje gehad en doet alles om z'n job te behouden. Door huiselijke omstandigheden mocht hij zijn moeder meenemen. Ria is door haar man verlaten, hij is er vandoor gegaan met buurvrouw Lotje. Zo klampt ze zich nu aan haar zoon vast. Ze is niet geliefd bij de familie omdat ze nogal onbehouwen door het huis rent. Ze is dan ook verbannen naar het koetshuis. Plotseling duikt buurvrouw Lotje op, dit tot grote schrik van James; je kunt op je vingers natellen dat zijn moeder korte metten met haar zal maken. Ria is onderhand hopeloos verliefd geworden op de vroegere adjudant van de kolonel. Deze adjudant is door de kolonel te hulp geroepen omdat er een lijk in het schuurtje lag. Dit lijk is door de kolonel, die niet weet wie hij heeft neergeschoten, zolang in de vrieskist gegooid. Als de adjudant, samen met zijn nichtje Dicky verschijnt, is het lijk spoorloos verdwenen. Er duiken allerlei dreigementen op aan het adres van de kolonel... Dit stuk is een licht aangepaste versie van het eerder verschenen "Het lijk in de vriezer".