Het kan toch?

Details van dit toneelstuk

Een jongen en een meisje, beiden ongeveer 18 jaar oud, zijn op weg naar haar ouderlijk huis, waar zij het rijk alleen zullen hebben omdat haar ouders die avond weg zijn. Door een defect aan de brommer komen zij echter niet verder dan een bankje in de buurt van een snackbar waar het meisje even wil rusten, moe van het duwen van de brommer en het dragen van een goedgevulde boodschappentas. Ge‹spireerd door de omgeving begint ze te mijmeren over haar toekomst: wonen, trouwen kinderen. Bij de jongen werkt dit averechts; per slot van rekening is zijn kapotte brommer op het moment het belangrijkste. Zij persisteert in haar gedachte die bovendien gevoed wordt door de korte verschijning van een destijds bekend schoolstelletje dat nu achter een kinderwagen loopt. Haar houding, soms hard, soms verleidelijk, en de boodschappentas met drank en snacks maken hem wantrouwend. Hun allengs harder wordende dialoog mondt uit in haar bekentenis dat zij zwanger is, waarna zij breekt. Als reactie verstopt hij zijn radeloosheid in een quasi onverschillige houding, maar levert deze al snel in voor betrokkenheid en medeleven jegens haar.