Op water en brood

Details van dit toneelstuk

Burgemeester Vreemdeling is in het dorp niet erg geliefd. Door zijn hautaine optreden jaagt hij iedereen tegen zich in het harnas. Spelende kinderen jaagt hij steeds weg, omdat ze te veel rommel maken en Kees de Straatveger krijgt regelmatig de wind van voren, omdat hij de straten niet schoon genoeg houdt. Zelfs Stofjes, de niet zo slimme agent, kan niets goeds doen. Altijd heeft de burgemeester het over mijn mooie dorp. Het dorp is mooi en zuiver, maar dat kan niet gezegd worden van de fabriek vlak bij het dorp. Van een oud vrouwtje hoort Kees dat de burgemeester bij de bouw van die bewuste fabriek nauw betrokken is geweest. Hij zou documenten hebben vervalst en steekpenningen aangenomen hebben. En dan is er nog een geheimzinnige vrouw, die regelmatig ontmoetingen heeft met de burgemeester/ Als dan de dochter van Kees en haar vriendin door te zwemmen in het beekje naast de fabriek ziek worden, neemt hij het heft in handen. In samenwerking met het oude vrouwtje mobiliseert hij Stofjes en de secretaresse van de burgemeester. Uiteindelijk slagen ze er samen in de burgemeester te ontmaskeren.