De prinses met de blauwe haren

Details van dit toneelstuk

In dit modern theatersprookje, gebaseerd op het gelijknamige symbolische sprookje van Louis Couperus, is de koning de beschermer van de kinderen. Hij draagt een mantel van snoep die hij elk jaar in stukken scheurt om te verdelen onder zijn jeugdige onderdanen. Ieder stukje heeft een geheimzinnige kracht die kinderen beschermt, troost of opvrolijkt. Op wonderbaarlijke wijze groeit de mantel vanzelf weer aan. Zijn dochter, prinses Yweine, is een ijdel en verwend nest. Zij is de hele dag bezig zichzelf en vooral haar lange blauwe haren te bewonderen. De koning wordt oud en voelt dat het tijd wordt zijn kroon over te dragen aan zijn dochter. Hij aarzelt echter nog, omdat hij bang is dat zij niet goed genoeg voor het volk zal zorgen. Bovendien lijdt ze aan een vreemde ziekte die de knapste dokters in het koninkrijk voor grote raadsels stelt. Op een dag arriveert er een jonge tovenaar uit een ver land. Hij ontrafelt het geheim van de koningsmantel en ontdekt hoe de prinses genezen kan worden. Couperus zelf moeit zich tijdens het hele stuk.