Rondedans

Details van dit toneelstuk

David en Ruth zijn negen jaar getrouwd, ze hebben twee kinderen en alles loopt even geruisloos, ook hun liefdesleven. Ze hebben elkaar al lang geaccepteerd met inbegrip van alle kleine en grote hebbelijkheidjes. Als zij een tijdje met de kindere naar buiten wil, heeft ze geld nodig. "Pak maar uit m'n portefeuille", zegt de man, maar dat wil ze niet. Hij geeft haar wat ze wil hebben en grapt: "en stel nu eens dat ik net in bad had gezeten en je had het er zelf moeten uithalen en je zou een brief gevonden hebben van een andere vrouw en je zou hem uit nieuwsgierigheid hebben gelezen". Ruth heeft niet veel behoefte om op het onderwerpt in te gaan, maar David houdt aan en Ruth begint te fantaseren hoe ze die denkbeeldige vrouw zou gaan opzoeken. Haar verbeelding is zo sterk dat we op het laatste niet meer weten of ze het zich nu alleen maar heeft voorgesteld of dat het gebeurt.