De vrouwe van de toren

Details van dit toneelstuk

De bouw van de toren is in volle gang. De bouwers worden afgebeuld en opgejaagd door de voorlieden. Het volk zucht onder de enorme kosten van het project. Er komen bouwers uit Vlaanderen met Lutherse ideeén. Op de bouwplaats maakt Stijn, één van de Vlamingen, kennis met Marieke, die de Kamenier is van jonkvrouw Johanna de Huybert van Haemstede in het Gravenhof. Een van de begunstigers van de bouw is reder de Huybert, wiens vrouw de bij het volk zeer geliefde jonkvrouw Johanna, de laatste van het geslacht van Haemstede, is. Zij vindt de torenbouw hoogmoed en steekt dat niet onder stoelen of banken.. De Huybert koopt zijn zonde (doodslag) met veel geld af en wordt door de deken van Zierikzee gemaand om zijn vrouw “in toom” te houden. Er komt een schip van De Huybert aan uit Spanje. De pest breekt uit. Vanuit de haven, vanaf het schip verspreidt de ziekte zich door de stad. Dood en verderf alom. De bouw komt stil te liggen. Het dochtertje van de Huybert sterft, ondanks de inzet van dokter Lemnius. Velen zien het als de “Gesel Gods “ tegen de Hoogmoed van het torenplan en de arrogantie van de Roomse kerk. Johanna zweert, dat ze zich met al haar vermogen tegen de bouw van de toren, die haar haar kind gekost heeft zal blijven verzetten. Haar man geeft haar huisarrest, zogenaamd om haar tegen haar eigen waanzin te beschermen. Hij liegt tegen kerk en gemeente, dat ze waanzinnig is geworden. Hij bezweert Marieke om haar opgesloten te houden. De bouw wordt hernomen op aandringen van de kerk en Zierikzee. Als de Huybert op zee is, geeft Jonkvrouw Johanna Marieke (go-between) opdracht om de Vlamingen te laten spreken. Ook geeft ze Marieke geld om het volk wakker te schudden en een opstand tegen de torenbouw te veroorzaken. Stijn en Marieke proberen de bouwers en het volk te bewerken. Dan steekt de orkaan op. Schouwen overstroomt. De vloot vergaat. Honderden vrouwen worden weduwe. De oudste zoon van de Huybert verdrinkt. Johanna weent in het Gravenhof. Marieke en Stijn trekken met het volk op naar de kerk. Jonkvrouw Johanna verschijnt op de stoep van de kerk en voorspelt nog veel meer onheil. De bouw komt weer stil te liggen. Marieke waarschuwt Jonkvrouw Johanna. De Huybert komt terug van zee (reis naar Spanje om keizer Karel V op te halen.) De Huybert wordt door de deken op het matje geroepen over het gedrag van zijn vrouw. De Deken dreigt met verbanning. De bouw wordt hernomen. De grote brand van Zierikzee breekt uit. De Grote kerk en ook het Gravenhof verbrandt voor een deel. De hele stad is in paniek. Veel dood en verderf. Johanna wordt gewond uit het Gravenhof gedragen. Op Johanna’s sterfbed belooft de Huybert, tot inkeer gekomen, dat hij in de geest van de van Haemstedes zal handelen en zijn geld in de armenzorg te steken. Stijn vraagt Marieke ten huwelijk. De bouw wordt beëindigd. Het volk viert feest.