Wat een gedoe om een hond!

Details van dit toneelstuk

WAT EEN GEDOE OM EEN HOND! 24784 Blijspel in drie bedrijven door B. van der Haar, 3 dames, 5 heren In toneelstukken gebeuren dikwijls van die wonderlijk, eenvoudig, vermakelijke dingen en daarom zijn zovele amateur - toneelavonden zo woest, gezellig. In dit spel worden twee boerengezinnetjes overvallen door een brief van de notaris, dat hun enige tante is overleden en een aanzienlijk vermogen achterlaat. 't Zal je gebeuren. De boertjes zijn meteen van de kook. De voorwaarde waarop de erfenis kan worden verkregen is namelijk, dat de familie de hond van Tante, van wie zij zielsveel hield, tot zijn dood dient te verzorgen. Voor elk jaar dat de hond leeft, wordt een grote som uitbetaald. Accepteren ze de hond niet, dan gaan alle centen naar een dierenasiel. Eenvoudige zaak nietwaar. Maar als beide gezinnen onder geen beding een hond over de vloer willen hebben, wordt het in de wacht slepen van de buit niet zo eenvoudig. De hond wordt alvast door de notarisklerk thuisbezorgd, maar in hun paniekerige pogingen om het dier beslist niet, maar toch wel weer te behouden, raakt de hond zoek. Dan moet de notaris maar een loer gedraaid worden, want wat heeft die nou verstand van een hond. Een herder is een herder, ze lijken immers allemaal op elkaar. Maar Tante was niet gek en heeft het zo bedisseld dat bedrog niet zo makkelijk te plegen zou zijn. In grote paniek slagen de boertjes er in bij een hondenkoopman een plaatsvervanger op de kop te tikken. Daarmee lijkt de zaak geklaard tot grote opluchting van de familie. Als echter die koopman met zijn hond verschijnt, blijkt ook de echte hond weer boven water, hetgeen de notaris op de rand van radeloosheid brengt. Dat een hond zoveel stof kan doen opwaaien! Hoewel in plattelandssfeer geschreven, kan dit spel met enige aanpassing overal worden opgevoerd. De speelduur is beslist niet langer dan anderhalf uur.