Klucht in kamer zes

Details van dit toneelstuk

Charles Voordewind (pseudoniem voor Otto de Boef) een tweederangs romanschrijver, is erachter gekomen dat zijn rijke vrouw haar testament wil veranderen. Hij ziet zijn luxueuze leventje in gevaar komen en bedenkt een plan om zijn vrouw om te brengen. Zijn regelmatige verblijf in hotel Frederika, als mevrouw Agatha de Boeuf, is het belangrijkste onderdeel van dat plan. Hoteleigenares Frederika is zwaar verliefd op hem en laat zich voor zijn karretje spannen. Sonja, zijn jaloerse vrouw komt op twee verschillende dagen naar het hotel met de bedoeling haar overspelige echtgenoot op heterdaad te kunnen betrappen. De tweede keer wordt kamer zes ook gebruikt door Venus, een vriendin van het kamermeisje Klaartje. Deze vriendin, een meisje van lichte zeden, ontvangt daar, zonder dat de hotelleiding dat weet, regelmatig klanten. Handig inspelend op allerlei onverwachte situaties weet Otto zijn onlangs uit een zenuwinrichting ontslagen vrouw weer aardig in de war te brengen. Gelukkig is er Arnold, de broer van hoteleigenares Frederika, die in eendrachtige samenwerking met het “slachtoffer” de moordlustige echtgenoot en zijn geliefde Frederika een onaangename verrassing weet te bezorgen. Ondanks de moordpoging een heerlijk (k)luchtig blijspel voor een gezellig avondje ontspanning. Dit stuk is ook leverbaar in een kortere versie onder de titel 'Moord in kamer zes'.