Allemaal in 'De Gloria'

Details van dit toneelstuk

We bevinden ons in café de Gloria. Victor en zijn vrouw Gerda runnen de tent. Victor draagt een groot geheim met zich mee: hij valt op mannen. Zelfs zijn vrouw weet dat niet. Gerda is aartslui en huurt stiekem een Poolse vrouw in om haar poetswerk te doen. Vaste gasten zijn: Jacques, een excentrieke homo, Daisy, een weduwe die graag een borreltje drinkt, Roderick en Babette, roddeltante Chantal, samen met haar knullige man Fons, en Nicolien, ook een roddeltante. Samen zijn zij een bonte gezelschap, met zo hun eigen problemen: De bekakte Roderick kleineert zijn onderdanige vrouw en Fons heeft totaal niks te zeggen: Chantal bepaalt zijn leven! Vincent komt bij toeval in het café terecht, op de vlucht voor een toekomst die hij niet wil. Hij valt als een blok voor Babette en tussen die twee lijkt iets moois te ontstaan. Een vlot geschreven, eigentijds blijspel, met een lach en een traan: “uit het leven gegrepen”.