Kliniek op stelten

Details van dit toneelstuk

Herbert Klinknagel, directeur van een exclusieve kraamkliniek, leeft zo’n twee jaar samen met zijn jonge vriendin Charlotte. Die hem aan de lopende band bedriegt. Ze krijgen bezoek van de excentrieke en rijke Adèle Terwille, die de nieuwe eigenares van de kraamkliniek blijkt te zijn. Ze stelt vier ton ter beschikking voor de restauratie van de kliniek. Charlotte belt enkele vriendjes van haar favoriete lijstje, doch niemand blijkt op dat moment zin in haar te hebben. Zelfs een vriendje van haar reservelijst heeft belangrijkere zaken te doen. Charlotte heeft enige tijd geleden, tot groot ongenoegen van Herbert, zijn eeneiige tweelingbroer Hendrik onderdak verschaft in het tuinhuisje. Deze maakt dankbaar gebruik van de gelijkenis en begint vanaf de eerste week systematisch zijn broers rekening te plunderen. Als op een dag de vriendjes van Charlotte haar even in de steek laten doet ze haar best om Hendrik te versieren. Dat wordt gezien door Lotje, een jonge insluipster en ook door Clothilde, de bazige en vooral jaloerse hoofdverpleegster. Die beiden maar al te graag deze wetenschap voor hun eigen voordeel proberen te gebruiken. Als Herbert naar een congres is, ontwikkelt Lotje, samen met Hendrik (optredend als Dokter Herbert) een slim plannetje om de vier ton voor de restauratie in eigen zak te kunnen steken. Hendrik zet , als dokter Herbert, ook nog even Clothilde op het verkeerde been. Adèle blijkt geen rijke dame te zijn, maar haar zogenaamde rijkdom te misbruiken om vrijelijk allerlei dossiers in te kunnen zien. Herbert beschuldigt Charlotte ervan dat ze hem bedriegt en wijst haar de deur. Clothilde ruikt haar kans. Zal Herbert haar liefde beantwoorden? Dit stuk is eveneens leverbaar in een versie voor 5 dames en 3 heren onder de titel 'Gevaarlijk dubbelspel' en in een versie voor 4 dames en 2 heren onder de titel 'Klinknagel en Co'.