Retour afzender

Details van dit toneelstuk

Christine en Maarten (58 en 66) helpen een iets jonger, bevriend stel (Richard en Bianca) uit de financiële problemen door hun woonboerderij intern te verbouwen en de vrijgekomen ruimte aan hen onder te verhuren. De dag dat Richard en Bianca de laatste spullen naar de boerderij verhuizen, komt Maarten, die een taxibusje voor bejaarden bestuurt, met een probleem thuis. Het probleem heet Bob, een tachtiger die weigert het busje uit te komen. Wanneer er druk op hem wordt uitgeoefend, ketent hij zich aan Bianca vast met handboeien en slikt vervolgens het sleuteltje in. De gealarmeerde politie- en hulpdiensten schuiven elkaar de hete aardappel toe en het eind van het liedje is dat de vier met Bob opgescheept komen te zitten. Ze reageren ieder op hun eigen manier op het probleem: Bij Maarten, een zachtaardige man die altijd in de zorg heeft gewerkt, komen oude verzorgingsinstincten boven. Christine, een nogal masculiene computerdeskundige, hangt de harde lijn aan en wil zonder gedoe zo snel mogelijk van Bob verlost worden. Richard, freelance journalist, ruikt een verhaal dat hij kan verkopen, en Bianca, celliste, voelt intuïtief een verwantschap met Bob, vooral nadat hij blijk heeft gegeven van muzikaliteit. Ze reageert laconiek – bijna teder – op hem, ondanks het feit dat ze letterlijk aan hem vastgeklonken zit. Maar wie is Bob nou eigenlijk?