Mundus Novus

Details van dit toneelstuk

MUNDUS NOVUS

33031        Een toneelspel in vijf delen voor de jeugd door Nathalie Haspeslagh, 18 spelers

Er waren eens twee steden… Maxstad en Pluggenstad. Er wonen enkel jonge mensen. En elke stad heeft zijn zeven geboden. Wanneer een Maxelaar of Plugger tegen één van deze geboden zondigt, dan wordt hij of zij verbannen naar de grootstad van de “oudjes”: Zevenstad. Maxelaars en Pluggers lopen niet hoog op met elkaar. Maxelaars vinden Pluggers intellectuele nerds. En Pluggers vinden Maxelaars lawaaierige leeghoofden. Rein Maximus regeert over Maxstad. Hij is de oudste van drie broers. Hij feest graag en zorgt ervoor dat zijn onderdanen zich niet vervelen. Zijn broers, de tweeling Melanius en Mundus, lijken in niets op elkaar. Melanius, de eerstgeborene, is de meest rustige broer. De Maxelaars vinden hem saai. Maar achter die saaie verschijning zit een sluwe kerel, belust op één ding: macht. Mundus, de laatstgeborene, wordt geprezen voor zijn versierkunsten. Maar achter de losbol steekt een gecompliceerde en passionele jongeman. In Pluggenstad regeert de verkozen reina Prudentia. Ze is een artistieke, fijngevoelige en belezen adolescente. Haar schoonheid wordt overschaduwd door een immens verdriet om het verlies van haar broer. Ze wordt bijgestaan door haar nichtje Pippa een intelligente en pittige jongedame. Elk jaar wordt er een welkomstfeest gegeven voor nieuwe Pluggers en Maxelaars. Het feest wordt ingericht door Martha, moeder van Maximus, en Petrusa, moeder van Prudentia. Het is het enige feest waarop Pluggers en Maxelaars samen feesten en nieuw bloed voor hun stad trachten te winnen. Maar dit jaar gebeurt er iets tragisch: Maximus komt om het leven. Martha duidt Melanius aan als opvolger. Maar de Maxelaars willen Mundus als opvolger. Omdat Martha niet wil kiezen tussen de broers, gaat ze te rade bij haar vriendin Petrusa. Petrusa stelt voor om verkiezingen te houden. Iets wat nog nooit werd georganiseerd in Maxstad. Martha wil voor één keer een uitzondering maken. Melanius beseft dat hij geen kans maakt tegen Mundus en smeedt een plan...