Bouwbedrijf De Roode Baksteen

Details van dit toneelstuk

Het gaat goed met bouwbedrijf ″DE ROODE BAKSTEEN.″ Eigenlijk te goed want men heeft   kantoorruimte gebrek. Daarom gaat men verbouwen en heeft men als, noodoplossing, enige ruimte gemaakt in de kantine.

Dit zeer tot ongenoegen van de volkse kantinejuffrouw Dorien. Die krijgt nu niet alleen te maken met een kleinere kantine, dus minder inkomsten, ook met het ″deftige″ kantoorpersoneel maar vooral met haar nichtje die haar leven weer op de rit probeert te krijgen na een ruige periode.

Door alle perikelen ontstaat er een tweedeling tussen het personeel.

Directeur Frederick is druk doende met zijn opvolging. Maar nu moet hij niet alleen opboksen tegen zijn ontevreden personeel maar krijgt ook nog eens te maken met zijn bemoeizuchtige en mopperende zus Fleur. Dat een dromerige stagiaire een geheim met zich meedraagt zonder dit zelf te beseffen maakt het voor hem wel heel moeilijk om te blijven functioneren. Zeker als er nog een  belastingcontroleur opduikt die meer tijd spendeert aan een zieke werknemer dan aan haar echte taken

Als er dan ook nog een paar tegendraadse bouwvakkers opduiken moet zowel Frederick als Dorien alle zeilen bijzetten om alles in goede banen te leiden.

Dat het op het eind van dit hilarische spel nog zo goed blijft gaan met bouwbedrijf ″DE ROODE BAKSTEEN″ is nu nog een groot vraagteken

''