Bloedgoud

Bloedgoud is een naoorlogs verhaal over het gezin van Kees en Irma van Santen. Kees en Irma hebben in de oorlogsjaren het huis van hun joodse vrienden Jacob en Martha in bewaring gekregen en al hun goud en goed. Jacob en Martha zijn in de oorlog opgepakt en gedeporteerd. Na de oorlog hebben Kees en Irma hun best gedaan om te achterhalen wat er met hun vrienden is gebeurd. Martha heeft de oorlog niet overleefd en het spoor van Jacob liep dood.

Bij aanvang van het stuk is het zo’n 25 jaar na de oorlog. Irma is een gevierde zangeres, de kinderen zijn opgegroeid en studeren. Dan gaat de telefoon. Het is Jacob.

Alles wat in de doofpot is gestopt vlamt langzaam weer op.