Bakker van den Akker

Details van dit toneelstuk

Eigenlijk begint deze geschiedenis heel onschuldig. Bakkersleerling Barnie heeft er die morgen weer eens z'n hoofd niet bij, en bakt broodjes, die twee … drie maten te groot zijn. Zonder er lang bij stil te staan, worden deze kwartponders toch gewoon in hun winkel tegen de normale prijs verkocht, hetgeen een ware toeloop tot gevolg heeft. Ongeveer terzelfder tijd komt burgemeester Dols de bakkersfamilie informeren over het feit dat de gemeenteraad heeft besloten, om op de open plaats tegenover de bakkerij een grote supermarkt te laten bouwen, waaraan dan ook nog de oude eerbiedwaardige linde, die daar al sinds mensenheugenis staat te pronken, ten offer zal vallen. En dan zijn de rapen gaar, want dit laat bakker van den Akker niet zomaar over z'n kant gaan. In de daaropvolgende tegenacties blijken de reuzenbroodjes dan opeens een geducht wapen te zijn. De gebeurtenissen in het anders zo vreedzame dorp escaleren daardoor echter tot een regelrechte oorlog tussen de dwarsliggende bakker en de op macht beluste burgervader.