Gelukkig niet

Details van dit toneelstuk

Deze tragikomedie speelt zich af in een verpleeghuis. Vier bewoners zitten in een kamer voor gezamenlijk gebruik: mevrouw Stips, mevrouw Arduin, meneer Klooster en meneer Huibers. Meneer Klooster is een nieuweling, die zich moet aanpassen aan de "cultuur" en de omgangsvormen in een verpleeghuis. Klooster protesteert tegen die cultuur. Maar feitelijk protesteert hij tegen de gebrekkige en verhullende manier van denken en de taal als ondoelmatig voorbeeld daarvan. Klooster: "Is de taal een labyrint? Een onoverzichtelijke doolhof? Of een rijtjeshuis dat je niet hoeft binnen te gaan om het te leren kennen?" Het stuk gaat over macht, het zoeken naar zekerheden, de angst voor het wegvallen daarvan en het verlies van identiteit.