Het zal je beroep maar zijn

Details van dit toneelstuk

De eigenaar is een man van Spaanse afkomst, een toiletjuffrouw, type horen zien en vooral niet zwijgen. Mies en Aletta zijn vaste gasten van het café van Pedro en Elsje. Dagelijks zit er een “stamgast”. Aletta heeft een “klusje” voor iemand gedaan, en daarvoor maakt ze regelmatig gebruik van het toilet van Antje. De stamgast is rechercheur van beroep en is bezig met een onderzoek, hij doet “veldwerk” aan de bar bij Pedro. Uiteindelijk raakt het toilet van Antje in het pand van Pedro en zijn vrouw Elsje verstopt. De oorzaak is een buit. De rechercheur is eruit en weet wie de dader is. Via de dader wil hij een bende oprollen. Missie geslaagd. Het gaat om de beroepen die uitgevoerd worden. Zo is Pedro de eigenaar van het café, Elsje, zijn vrouw, de “baas”, en Antje verdiend haar geld met het schoonmaken van haar eigen domein, het toilet. Maar welk beroep oefenen de vaste gasten eigenlijk. Kortom, wie verdient hoe zijn/haar geld.