Het testament Drie vrijgezelle zusters en hun nichtje

Details van dit toneelstuk

Een groot passagiersschip, de Emanuella, nadert de haven. Kapitein Hammerschmidt en de purser Mason bespreken de komende reis. Op het schip bevindt zich een man met een bleek gezicht en gekleed in een wit pak. Dit blijkt de overleden vader Bernardus Bon du Crème te zijn. In de haven aangekomen, gaan drie welgestelde oudere vrijgezelle zusters Bon du Crème aan boord. Dit zijn Beatrijs, Cathalijna en Josephina Bon du Crème. Zij hebben hun nichtje Charlotte Simpelveld, de dochter van hun lang geleden overleden tante Magdalena en van Harry Simpelveld, de behanger, meegenomen. De reis en de zorg voor hun nichtje stond als eis in het testament van hun onlangs overleden vader Bernardus Bon du Crème. Hij had voor vele jaren de zorg van zijn oomzeggertje op zich genomen. De kloof tussen de jonge Charlotte en haar drie oude nichten, die zij meer als tantes ziet, is groot. Verder gaat Antonio Copolla, een jonge van oorsprong Italiaanse man, aan boord. Hij heeft met deze reis een specifiek doel voor ogen. In Spanje stappen nog twee passagiers aan boord. De tickets hebben zij aangeboden gekregen. Het zijn de alleenstaande moeder Esmaralda en haar zoon Salvator. Esmaralda is van een ongehuwde Nederlandse moeder die al voor haar geboorte in Spanje woonde. Haar vader kent zij niet. Over en weer ontstaan contacten of probeert men dit juist te vermijden. Als er een collier met een groene smaragd van Beatrijs verdwijnt, ontstaat er veel onrust. Antonio Copolla komt daardoor in de problemen. Copolla blijkt een detectivebureau te hebben en krijgt van kapitein Hammerschmidt de opdracht het sieraard terug te vinden. Naast de crew van het schip en de passagiers, is de aanwezigheid van de overleden vader Bernardus Bon du Crème voelbaar.