De fontein

Details van dit toneelstuk

De burgemeester heeft zijn lang gekoesterde wens, de gemeente met een fontein te verrijken, in vervulling zien gaan. Ze klettert en spettert dat het 'n lieve lust is, maar tijdens het officiele inwijdingsfeest verlangt de afgevaardigde van het ministerie, dat de fontein tijdens zijn toespraak even buiten werking wordt gesteld. En dat is vlugger gezegd dan gedaan, want niemand weet waar de kraan zit. De desbetreffende stukken worden erbij gehaald, maar dan blijkt juist het meest noodzakelijke te ontbreken. Na allerlei valse beschuldigingen over en weer, komt men er dan uiteindelijk achter, dat het putje waarin de kraan zit, inmiddels werd dichtgeasfalteerd. En op dat moment komt de beklemmende vraag aan de orde of de fontein nog wel ooit kan worden afgezet. En dan opeens houdt de fontein ermee op. Uitgerekend op een moment, dat de vertegenwoordiger van het ministerie ten tweede male verschijnt en, omdat hij nu niet hoeft te speechen, graag een fontein wil zien die werkt...